Welles-nietes over de bomenkap

Veel gezonde bomen moeten het ontgelden
Veel gezonde bomen moeten het ontgelden

Ieder jaar rond deze tijd steekt het de kop weer op in het Amsterdamse Bos. De bomenkap als gevolg van de z.g. dunningen. Daarbij zijn er altijd twee kampen, de bezoekers en de kenners.

'Het is een zootje'
‘Het is een zootje’

De bezoekers storen zich aan de overblijfselen (‘Het is een zootje’) en de kenners vertellen weer hun verhaal over biodiversiteit: ‘Allerlei dieren, mossen, varens en paddenstoelen hebben er profijt van.’ Beide hebben gelijk. De dunningen zijn bedoeld om het evenwicht in het bomenbestand te bewaren. Door de kap krijgen z.g. toekomstbomen de kans om beter tot wasdom te komen. Ze krijgen meer ruimte en licht. De aanblik van de drastische kap is lelijk, maar in principe worden in de eerste 25 meter langs de paden de meeste stammen weggehaald.

 

Wat óns steekt is dat er zo veel gave bomen het loodje moeten leggen. Het doet pijn aan de ogen en in het hart. Wat bezielt iemand om gezonde bomen zomaar de genadeklap te geven? In het boek ‘Een Bos zonder weerga’ vroegen we aan de toenmalige bomenkenner van het Bos, Lambertus Lambregts, of degene die gezonde bomen om zeep helpt ook sentimenteel kan zijn. Lambregts: ‘Degene die eindverantwoordelijk is, heeft daar wel last van, ja. Toch belet het hem niet een besluit te nemen. Degene die uiteindelijk de boom velt heeft er geen problemen mee. Mijn eigen ervaring is dat het vellen van een boom zoveel concentratie vergt dat er geen ruimte is voor sentiment wil je je werk goed doen. Vergeet niet dat je de toekomstbomen optimale mogelijkheden tot ontplooiing biedt. Een ander verhaal is dat iedereen bij ons wel bomen heeft waaraan hij gehecht is geraakt. Zo ben ik verknocht aan een wijd uitwaaierende haagbeuk. Stel dat deze ooit weg moet, dan zal ik daar toch Kamervragen over stellen.