Bij hitte kan het in de stad wel zes graden warmer zijn dan op het platteland of in een bos. In steden wordt de hitte door het vele steen weerkaatst en is er gebrek aan groen en water, waar verdamping voor verkoeling kan zorgen. Ook in het Amsterdamse Bos zijn de temperaturen plaatselijk verschillend. Vorige zomer hebben we de proef op de som genomen en togen op een dag waarbij de mussen van het dak vielen met een gevoelige thermometer het Bos in. Waar het in de stad zo’n 38 graden was (in ieder geval de gevoelstemperatuur), was het op de open plekken in het Bos 32 graden. Het zal dus wel ongeveer kloppen. Vanwege de hond liepen we voornamelijk op paden in de schaduw. Daar daalde het kwik naar zo’n 29 graden en in de schaduw aan de oever van een van de vijvers zakte het na enige tijd naar 28 graden. Op het water zal het nog iets lager zijn geweest, denk aan onder andere de Kinderbaden.
Een andere graadmeter dan de thermometer was de hond. Puffend en hijgend sjokte hij voort, totdat hij wist dat hij in de buurt was van een vijver waar hij altijd gaat zwemmen. Afgekoeld en herboren kwam hij vijf minuten later weer uit het water. In het Bos zijn zeven strandjes met water die geschikt zijn voor honden om te zwemmen, vier in het noordelijk deel en drie in het zuiden aan de andere kant van de A9. Overigens: in deze tijd van het jaar is het Bos ’s ochtends vroeg en ’s avonds vóór en tijdens de zonsondergang op zijn allermooist.