
. ‘Snoeien doet bloeien’, zegt men. Dat geldt ook voor het Amsterdamse Bos. Het Bosbeheer bestaat uit zowel het kappen (van onder meer de zieke essen) als het snoeien van gezonde bomen die te hoog, te breed of te zwaar zijn geworden. Vooral de toppen en takken van oude populieren rondom het begin van de Bosbaan en de Wetlands (het gebied tussen de Bosbaan en de Nieuwe Meer) moeten af en toe gekort worden. Snoeien gebeurt tegenwoordig met behulp van een hoogwerker die als een tractor door de zachte ondergrond walst. Gedirigeerd door een snoeier en een takkenraper.

. Nog even en het Bos is op z’n mooist. De herfst is officieel en het is aan alles te merken. Los van de bijzondere sfeer en de melancholie van het verval is er zó veel te zien. Ochtenddauw, paddenstoelen, kastanjes, dennenappels, draden van kruisspinnen en misschien wel het allermooist: spreeuwenzwermen tijdens de schemer. De kleuren van de boombladeren zijn aan het verschieten alsof ze een wedstrijd houden wie straks het mooist wordt. Normaal gesproken zijn de kleuren de eerste week van november op hun toppunt. Tot die tijd valt er al heel veel te genieten.