Libellen zijn de ‘helicopters’ van de natuur. Met hun snelle vlucht, doorzichtige vleugels en wonderbaarlijk mooie kleuren doen ze wat bekoring betreft niet onder voor vlinders. En wat namen betreft al evenmin: houtpantserjuffer, lantaarntje, watersnuffel, glassnijder, geelvlekheidelibel en paardenbijter, behorend tot de familie Glazenmakers.
De libel brengt het grootste deel van haar leven door als larve in het water. Zijn vogels een graadmeter voor de stand van de natuur, libellen nemen de maat van het water. Dit moet van goede kwaliteit zijn, dat wil zeggen helder en rijk aan waterplanten. Als de larve de karpers en andere vissen heeft overleefd, kruipt ze in haar laatste stadium uit het water. Dan begint de vervelling en breekt een nieuwe riskante periode aan, met waterhoentjes, meerkoeten en zangvogels op de loer. Libellen vallen onder de insecten. De grotere exemplaren eten visjes, kikkervisjes en jonge salamanders.