Het Amsterdamse Bos kent vele gedaanten. De herfst met zijn fraaie kleuren, het groene voorjaar met lekker weer, mist, en de winter. Winter? De echte winters lijken uit lang vervlogen tijden. Begin 2018 lag er nog een klein laagje sneeuw en in maart dat jaar zorgde een ijskoude oostenwind voor kruiend ijs in de Bosbaan. Dat is het laatste wat we ons van de winter in het Bos herinneren. Tijdens echte winters waren het Bos en de bezoekers op hun best. Eindeloos schaatsen, klunen langs de bruggen, sleeën vanaf de Heuvel, koek en kopie kramen op het ijs, sneeuwpoppen maken – steevast met een wortel als neus en kolen als ogen – en honden die door het dolle waren.
Jeen van den Berg won een wedstrijd over 75 km. Bedrijven uit de buurt zorgden voor leeftocht voor de deelnemers en na afloop voor erwtensoep. De bruggen werden vernoemd naar plaatsen waar de Elfstedentocht langskwam en vrijwilligers veegden de baan omdat het sneeuwde. Voor dieren waren die winters een kwelling. De boswachters voerden de dieren met vis, appels, tarwe en resten die ze kregen van meelfabrieken. Er waren zeven speciale voederplaatsen.
In iedere winter die geen winter wil zijn, schrijven wij op deze plek bijna hetzelfde stukje over de winters van toen. Het is onze sneeuwdans. Vergelijk de regendans (een rituele ceremoniële dans uitgevoerd om regen mee op te roepen).