Het gesprek ging over de interpretatie van het begrip icoon. Een icoon is een
(houten) paneelschildering van een of meer religieuze figuren, zoals Jezus, de
maagd Maria of een andere heilige. Tegenwoordig wordt icoon te pas en te
onpas gebruikt. Een voetballer die in één seizoen 30 doelpunten voor zijn club
scoort, is opeens een clubicoon. Gaudi is de icoon van de architectuur, het
Rijksmuseum is de icoon onder de musea, enzovoort. Soms gaat het begrip
verder dan personen. Taal leeft, en verandert, dat begrijpen we. Zolang we maar
wel weten wat de oorsprong van de betekenis is.
Wat zijn iconen in het Amsterdamse Bos? is een vraag die we nu ook kunnen
stellen. Ze moeten voldoen aan drie criteria: 1. ze moeten bij een groot publiek
geassocieerd worden met het Amsterdamse Bos; 2. ze moeten een lange
geschiedenis hebben, en 3. ze moeten markant zijn. Als we ons daaraan houden
telt het Bos zes iconen: de enige overgebleven kiepkar bij De Boswinkel,
boerderij Meerzicht, de Bosbaan, het Wagener Stadion (ondanks de vernieuwde
tribune), de paardenkastanje langs de Grote Speelweide en de witte ophaalbrug
langs de Bosbaan.