Het Parool had een fraaie reportage over de ijsvogel, ook wel bekend als ‘het vliegend juweel, de vliegende edelsteen en de blauwe schicht.’ Ook in het Amsterdamse Bos komen ze voor. Volgens boswachter Abe van ’t Wout komen bezoekers speciaal om de ijsvogel te zien, zij het wel op goed geluk. Abe adviseert om op een brug te gaan staan en de lage takken langs het water in de gaten te houden. ‘Maar wat nog beter is, en dat geldt voor alle vogels: leer het geluid! Dan kun je hem makkelijk lokaliseren.’ Hij vervolgt: ‘Op mooie dagen zie je ze heen en weer vliegen om hun territorium te verdedigen en voedsel te verzamelen voor hun jongen. Soms wordt er gebalst en kun je de visoverdracht zien. Het mannetje vangt dan een vis, slaat hem dood tegen een tak en biedt ‘m aan het wijfje aan. Als ze de vis aanneemt, stemt ze in met het paren.’
Vorig jaar broedden er vier paartjes in het Bos. Voormalig stadsecoloog Martin Melchers herinnert zich nog het eerste broedgeval in de stad. ‘In 1953 in het Amsterdamse Bos,’ zegt hij. ‘Ik was negen, ik hoorde het van bevriende vogelaars. Er werd heel geheimzinnig over gedaan. De ijsvogels probeerden te broeden in de buurt van het Openluchttheater, maar werden door fotografen gestoord.’ Pas acht jaar later, in 1961, was er de eerste broedpoging met succes. Drie jaar geleden wilden wij als Stichting Vrienden een nieuw logo. Daar moest over gestemd worden. Welk dier moest het worden? Eén stemde voor de eekhoorn, de anderen allemaal voor de ijsvogel. Arme eekhoorn … (Bron: Het Parool).