‘Kijk, een roodborstje,’ zei de boswachter tijdens een excursie. Niemand zag hem. Dertig meter verderop bleek hij nietig op een tak in een berkenboom te zitten. Hoe kon het dat hij het roodborstje wel had gezien? De boswachter: ‘Zodra het helemaal stil is, ga ik luisteren. Ik hoorde hem zingen, lokaliseerde waar het geluid vandaan kwam en toen zag ik hem. Ik kijk ook vaak naar boven. Veel mensen kijken omlaag naar de grond, terwijl opzij en omhoog veel meer te zien is.’ Het is lang geleden, maar sindsdien hebben wij zijn tip opgevolgd. Vooral toen we afgelopen winter niet vrolijk werden van de aanblik van al die gevelde bomen. Veel omhoog kijken dus. En nu helemaal, want de rode beuk staat in bloei.
De rode beuk is bijna hetzelfde als de groene beuk, maar de bladkleur is donkerpaars en in de zon ook tijdelijk even knalrood. Het is een prachtig gezicht om hem tussen zijn donker- en lichtgroene buren te zien pronken. Er staan er niet veel in het Bos, maar wie goed kijkt kan er niet omheen. In de herfst en de winter blijven de verdorde bladeren aan de takken hangen. Ze vallen er pas af als in het voorjaar het nieuwe blad tevoorschijn komt. Dat nieuwe blad is dan licht behaard. De kleur van de rode beuk is een natuurlijke afwijking, zo lazen we, die bij een op de duizend beukenzaden voorkomt. Geniet ervan zo lang het kan, want nog even en hij wordt weer purperpaars. Op de Fotopagina (bovenin bij Beeld) staan de rode beuken op hun hoogtepunt.