
Er was een opmerkelijk natuurfenomeen in het Amsterdamse Bos. In een van de
vijvers was groene blauwalg, maar verdeeld in lagen over het water waren er
veel meer kleuren. Behalve groen zagen we blauw, bruin, turquoise, paars,
oranje en geel. Dat wil zeggen in tegenlicht. Van opzij zag de vijver eruit als één
grote vieze brei en waren al die kleuren verdwenen. Wat was er aan de hand?
We hoorden diverse gissingen naar de oorzaken. Blauwalg natuurlijk, maar ook
een olievlek, straling, de hitte, een regenboog en een prisma kwamen langs. Alle
geleerden hadden een goedbedoelde mening. Maar wat het nou werkelijk was?
Nooit eerder zagen we zo’n groot contrast van eenzelfde onderwerp dat heel
lelijk en tegelijk heel mooi kan zijn.