Een Bos met psychologische vrijheid

Midden op de open weiden werd gepicknickt
Midden op de open weiden werd gepicknickt

Naar aanleiding van het nieuwe boek over de geschiedenis van het Amsterdamse Bos (zie hieronder) heeft de gemeente Amsterdam in haar rubriek ‘Erfgoed’ drie samenvattingen gepubliceerd, waarvan hier deel één.
‘Wie tegenwoordig door het Bos loopt, ontdekt dat de meeste wandelaars netjes de aangelegde paden volgt. Zelfs als ze het open veld in lopen kiezen ze de door hun voorganger ingesleten olifantenpaadjes. Het is maar de vraag of ze zo de volle schoonheid van het Bos ontdekken. In het schetsontwerp van het Bos uit 1935 werd al gezocht naar het evenwicht tussen de open weiden en de gesloten bosvakken. In het noorden was plaats voor de georganiseerde sporten met de Bosbaan en andere activiteiten. In het zuiden was meer rust en stilte. Zichtlijnen verbonden de open ruimtes met elkaar.

Op de gazons waren gaten in de grond gemaakt voor doelpalen
Op de gazons waren gaten in de grond gemaakt voor doelpalen

Toen Jakoba Mulder en Cornelis van Eesteren de grote landschapsparken in Engeland bezochten viel hen vooral het vrije gebruik van de glad gemaaide gazons op. Geen hekje of afrastering hield hen tegen, zoals dat toen nog wel in het Vondelpark het geval was. Voor iedereen was er wat te doen: sportclubs hadden hun eigen terrein, maar voor het vrije spel op de gazons waren gaten in de grond gemaakt voor provisorische doelpalen. Midden op de open weiden werd gepicknickt en wandelaars konden vrijmoedig genieten van de weidse open ruimtes. In haar reisverslag schreef Mulder: ‘Dit vrij mogen gaan over de vlakten is psychologisch van groote waarde.’ De bezoeker voelde zich er volgens haar zelfstandiger en kon de omgeving beter op zich laten inwerken.’