Opeens gebeurt het. Meestal in de tweede helft van april. Met een enorme
explosie schiet alles wat in de natuur kan groeien de hoogte in. Binnen tien
dagen heeft zich een volledige metamorfose ondergaan. Wie in die tien dagen
niet in het Amsterdamse Bos is geweest, treft bij het eerstvolgende bezoek een
ander bos aan, een bos dat tintelt van de energie. Na nog een week of twee is de
grootste dynamiek voorbij en heeft de lichtgroene kleur van het blad een
donkerder tint aangenomen. Het voorjaar is definitief.
Alle namaakgeuren vallen in het niet bij de geur na een regenbui. De bosmieren
gaan aan de wandel, vogels zingen op hun mooist en leggen eieren, vlinders zijn
actief, spinnen bouwen hun webben, jonge dieren dartelen in het rond. Insecten
komen iets later, wanneer het gonst van de muggen, vliegen, hommels, bijen en
libellen. Velen vallen ten prooi aan de broedvogels, die hun jongen moeten
voeden. De belichting is op z’n mooist, de honden gaan weer te water, terrassen
zijn de hele dag bevolkt, de voetbaldoelen zijn er weer, de camping stroomt
langzaam vol. De dag dat de kinderbaden open gaan, is een jaarlijks hoogtepunt,
maar dat duurt nog even. We gaan mooie tijden tegemoet.