Het wonderlijke is dat de dag waarop de winter volgens de kalender begint de dagen tevens beginnen te lengen. Al moet de koudste tijd nog komen, vanaf die dag bewegen we naar het licht toe, iedere dag een stukje meer. Maar het Bos hult zich voornamelijk in stilzwijgen. Egels, vleermuizen, ringslangen, kikkers en padden houden hun winterslaap. Andere dieren (eekhoorns) moeten overleven op een aangelegde wintervoorraad. Voor vogels die niet naar zuidelijker streken zijn vertrokken, is de winterperiode belangrijk. Niet alleen zijn ze driftig op zoek naar eetbare zaden of insecten, ze bereiden zich ook al voor op het naderende voorjaar. Op zoek naar een geschikte partner of nestlocatie kunnen vogels zich in de winter al flink roeren. Door de kale bomen zijn hun oude nesten nu goed te zien. Zelf zullen ze niet naar hun oude nest terugkeren. Het nest van de zanglijster is een kunstwerk op zich. Het is van binnen gevoerd met een soort viltlaag, gemaakt van modder en houtmolm. Wat bijna niet opvalt is dat alle bomen en struiken al vele knoppen dragen. De jonge bladeren brengen in de knoppen veilig en beschut de winter door. De vruchtbare humuslaag die ontstaan is uit het herfstafval wordt nu langzaam opgenomen.
Voor de Bosbezoekers is een stille periode aangebroken. De hardlopers zijn er nog, en de hondenuitlaters. Op de Bosbaan wordt nog getraind, maar veel stelt het niet voor. De hockeyers hebben hun winterstop.
Het weer is helaas overwegend saai. De tijden van een pak sneeuw in een verstild sprookjesbos lijken steeds spaarzamer. Af en toe zijn er gelukkig van die frisse dagen met blauwe lucht en een waterige zon waar je rozig van wordt en waarvan de Engelsen zo mooi zeggen: ‘There is a nip in the air.’