
Geen skyboxen, geen miljoenentransfers, geen dure auto’s, geen hooligans, geen
rode kaarten, geen scheidsrechters. Voor voetbal in zijn puurste vorm – zeg maar
romantiek – moeten we in het Amsterdamse Bos zijn. Op zaterdag- en
zondagochtend worden de speelweiden bevolkt door vriendenclubjes, die vaak
hun eigen doelen meenemen. Ook de ‘doelpalen’ zijn vaak geïmproviseerd. Dat
varieert van sporttassen en boomtakken in de grond geplaatst tot plastic zakken
van de supermarkt. Kalklijnen zijn er niet, in de breedte is het veld onbeperkt.
Iedereen is zijn eigen scheidsrechter, wat tot hilarische taferelen kan leiden. Er
wordt heel wat gevloekt en gescholden, maar allemaal onder de noemer
‘jongens onder elkaar.’ Eén speler vertelde ons: ‘We kennen alleen elkaars
voornaam en aan verjaardagen doen we niet.’ Als op de speelweide voorbij
manege Nieuw Amstelland op zondagochtend de kerkklokken in Amstelveen
gaan beieren is het tijd voor de lunch. Enkele dames van de spelers hebben dan
voor iets lekkers gezorgd.