‘What’s in a name?’ zei Shakespeare. Vrij vertaald: een naam doet er niet toe. ‘Wat wij een roos noemen, zou met elke andere naam even lekker ruiken.’ (Romeo en Julia). Maar om in de rijke wereld van de flora en fauna onderscheid te maken, zijn namen nodig, namen die niet lijken op een andere en bij voorkeur passen bij het uiterlijk. En wat een prachtige, dichterlijke namen zijn er bedacht. Sommige diersoorten spannen de kroon als het gaat om de ultieme schepping. Vlinders bijvoorbeeld. De schitterende kleuren en de vleugels die aan een Rohrschach test lijken te zijn onderworpen, laten ons telkens in bewondering achter als we er een zien.
Om recht te doen aan hun schoonheid hebben ze ook fraaie namen gekregen: Gehakkelde Aurelia, Avondroodpijlstaart, Koninginnepage, Duinparelmoervlinder, Icarusblauwtje, Resedawitje, Rouwmantel, Landkaartje. Macronachtvlinders lijken te wedijveren met vlinders om de mooiste naam: Duizendguldenkruidvlinder (ook wel Zwartvlekdwergspanner), Kameeltje, Chocoladetipje, Karmozijnrood Weeskind, Variabele Worteluil, Aardappelstengelboorder, Dubbelstip Voorjaarsuil, Kleine Breedbandhuismoeder en de Gewone Spikkelspanner.
Natuurlijk, al deze namen zijn ontleend aan Latijnse benamingen, maar dan nog. Gehakkelde Aurelia is bedacht van Polygonia c-album en lijkt er niet op. Bioloog Martin Melchers vertelde ons dat hij tijdens lezingen altijd toewerkt naar een moment dat hij Gehakkelde Aurelia kan zeggen, ‘al is het maar vanwege die prachtige naam.’
En weet u wat een Tractorwieltje is? Een zoetwater slak. Volgende keer meer mooie namen.