Het Bostheater kan terugkijken op een geslaagde zomer. Ruim 40.000 bezoekers kwamen naar het toneelstuk Julius Caesar, de concerten van Live at Amsterdamse Bos, de kindervoorstellingen, het Boslab, de beeldende kunstroute van Cure Park en de acrobatiek van Cirque Pardi. Een groot verschil met nog maar tien jaar geleden. Na drie slechte zomers kwam het budget van het Bostheater toen in de rode cijfers en besloot men uit pure noodzaak voortaan entree te gaan heffen. Het toneelstuk in de zomermaanden als enige activiteit bleek te kwetsbaar voor het voortbestaan. Gaandeweg en door het aantrekken van enthousiaste mensen uit de theaterwereld werden de mogelijkheden van het amfitheater beter benut. Dankzij een bredere programmering is het Bostheater nu een succes. En ze zijn nog meer van plan. Zo is de exploitatie van de Bosbus overgenomen, die bezoekers kan ophalen en wegbrengen van en naar de hoofdentree van het Bos.
De sfeer is er altijd feestelijk en ongedwongen en spreekt vooral mensen aan die niet gauw naar een theater gaan. Maar ook de echte theaterbezoekers komen. Acteurs spelen er graag. Eva van der Gucht destijds in Het Parool: ‘Ik heb er drie jaar gespeeld en vond het heel erg leuk. Het is een unieke plek in Amsterdam, het gaat terug naar een oervorm van theater. Het spelen is er geweldig, omdat je met zoveel dingen van buitenaf hebt te maken: vliegtuigen, regen, wind, honden die blaffen, vogels en muggen die op je gezicht gaan zitten terwijl je een scene speelt. Het is leuk om dan toch nog het stuk overeind te houden.’