Naar aanleiding van het nieuwe boek over de geschiedenis van het Amsterdamse Bos (zie hieronder) heeft de gemeente Amsterdam in haar rubriek ‘Erfgoed’ drie samenvattingen gepubliceerd, waarvan hier deel drie.
‘De Heuvel is het draaipunt waar alle ruimtes omheen gecomponeerd zijn. Kom je vanaf de hoofdingang bij de Bosbaan, dan ontvouwt zich voor wie het open veld kiest een opeenvolging van verhalen. De route start bij De Boswinkel met een brede lindelaan, die doet denken aan de oprijlaan van een buitenplaats. Deze gaat na een brug moeiteloos over in een met 6 rijen lindebomen beplante laan, waarvan het profiel is ontleend aan de Rotten Rowe in Hyde Park. Voor die brug kan de wandelaar het open veld kiezen. Als hij dat doet, ziet hij de helling van de Heuvel voor zich, die bovenaan omzoomd wordt door naaldbomen. Dat beeld doet denken aan de bossen in het Schwarzwald. Op de top aangekomen ontvouwt zich aan de voet van de Heuvel het pittoreske beeld van een Engels landschapspark. Het zicht op de Kleine Vijver wordt begeleid door verspreid en solitair staande bomen, die de afstanden groter doen lijken. Zo hebben Mulder en Van Eesteren met gebruik van middelen uit het Engels landschapspark een geheel nieuwe ruimtebeleving weten op te roepen. Ze hebben daarmee de trend gezet voor de naoorlogse recreatielandschappen.
Wat het Amsterdamse Bos in ieder geval laat zien is dat het de moeite loont om buiten de lijntjes te lopen.