Een probleem in het Amsterdamse Bos is uit te leggen waar iets is. Er zijn genoeg kenmerken, maar de paden hebben geen naam. Het personeel heeft daar lang geleden al iets op gevonden: bijnamen als codes, of ezelsbruggetjes. Voorbeeld: de Blauwe Brug. Als wij hier gaan beschrijven waar de Blauwe Brug is, kunt u de brug waarschijnlijk nog niet vinden. Dankzij de bijnamen voor strategische punten weet een boswachter blindelings waar hij naar toe moet als hij naar een plek wordt opgeroepen. Ook hulpverleningsdiensten als politie, brandweer en GGD beschikken over de bijnamenkaart van het Bos. Maar voor hen is de genoemde locatie slechts een leidraad. Een boswachter rijdt ze dan tegemoet en gaat voorrijden. Je moet het Bos kennen, anders kom je er niet.
Aan veel van die bijnamen, of codes, is een verhaal verbonden, meestal geschiedkundig. In totaal zijn het er negentig. We noemen er een paar.
De Banaan: het water tussen de Bosbaansluis en de witte ophaalbrug naast de Bosbaan. Het eilandje in het water heeft de vorm van een banaan.
De Boogbrug: op- en aflopende brug 70 meter bosinwaarts tegenover de hockeyvelden van Hurley.
De Rodelbaan: de uitloop van de Heuvel richting Amsterdam.
Wetlands: water ter weerszijden van een dijkje, rechts ervan liggen de tennisbanen van Amstelpark. Als natuurgebied ingericht om te voorkomen dat bijvoorbeeld het tenniscentrum in die richting wordt uitgebreid.
De Ringen: kruispunt waar ringtoestellen staan, tegenover het lange grasveld bij paviljoen Chez Favié en bij het einde (of begin) van de lange lindelaan.
Juwelenpad: pad tussen het Vogeleiland en de weide van de Geitenboerderij. Na een overval hadden de daders hier juwelen achtergelaten die door een boswachter werden gevonden.