Hoogteverschillen in het Bos

Een peilschaal achterin het Schinkelbos
Een peilschaal achterin het Schinkelbos

Het Amsterdamse Bos heeft twee sluizen en een gemaal. Deze hebben een uiterst belangrijke taak voor de waterhuishouding, omdat het Bos veel lager ligt dan het water van de Nieuwe Meer en de Ringvaart. Haal ze weg en het Bos zou in korte tijd drastisch veranderen en in verwaarloosde staat geraken. De drie voorzieningen behoeden zo het Bos 24 uur per etmaal voor een catastrofe. Het NAP (Normaal Amsterdams Peil) is het ijkpunt voor heel Nederland en bestaat dit jaar 200 jaar. Wouter van de Wulp, medewerker van het Bos, ging naar aanleiding daarvan op pad en peilde de actuele situatie in het Bos. ‘Als je de blauwe peilschalen bekijkt, ontdek je dat er in het Bos wel tien aparte waterpeilen zijn. De Bosbaan ligt hoger dan het Bos ten zuiden ervan. Bij de Bosbaansluis is het peilverschil 3 meter 90. Bij het hoofdgemaal aan de Ringvaart wordt water van -5 meter 50 cm opgepompt naar -0 meter 60 cm. Het Koenensluisgemaal uit 1917(!) pompt 1 meter 10 cm omlaag, het peilverschil tussen De Poel en de Nieuwe Meer.’
Rijkswaterstaat beheert in heel Nederland zo’n 35.000 zogenaamde NAP-peilbouten, die ze periodiek nameten in millimeters. Voorbeeld: op een viaduct in het Bos is peilbout 25D319 bevestigd. Deze heeft altijd een gegarandeerde hoogte van 611 mm. Van der Wulp noemt ook een ‘hoogtepunt’. ‘Ten opzichte van het NAP is er maar één echt hoogtepunt: de Heuvel. Deze is op het hoogste punt zo’n 17 meter boven het waterpeil, oftewel zo’n 11,5 meter boven NAP.’