Bomen kappen

Iedere winter zijn er z.g. gunningen
Iedere winter zijn er z.g. gunningen

Na verloop van jaren zouden bomen elkaar verdringen. Daarom vinden er periodiek zogenaamde dunningen plaats. Door het uitvoeren van dunningen kan het relatief jonge bos zich goed ontwikkelen tot een gezond en oud bos met grote bomen. Door sommige bomen te kappen krijgen de bomen ernaast meer groeiruimte. Hun kroon kan zich verder uitbreiden, ze krijgen meer takken en wortels en worden sneller dik. Stevige gezonde bomen zijn beter bestand tegen ziekten en stormen. De bomen die uiteindelijk overblijven worden toekomstbomen genoemd en krijgen een groene stip op de stam. De bomen die moeten wijken krijgen een kras (dit heet blessen) en worden omgezaagd. In november wordt met blessen gestart en in de wintermaanden vinden de dunningen plaats.

Het dode hout blijft zoveel mogelijk liggen. Allerlei mossen, varens, paddenstoelen, dieren en insecten hebben daar profijt van, wat weer een ander belangrijk onderdeel is van het ecosysteem. Het overige hout wordt verkocht op de houtmarkt. Met de opbrengst ervan wordt het groenonderhoud gefinancierd.